[Jan van den Werve]
Werve (Jan van den), stamde uit de oudste en adellijkste familie van Antwerpen, in welke stad hij werd geboren in de eerste helft der 16e eeuw. Zooals de meeste leden zijner aanzienlijke familie, studeerde hij in de rechten en werd vervolgens advocaat en lid der stedelijke regeering zijner geboortestad. In deze beide hoedanigheden had hij zitting in de rechtbanken, en vooral daar kon hij waarnemen hoezeer onze moederspraak door bastaardwoorden werd ontsierd. Om dit kwaad te keer te gaan vormde hij het eerst de gedachten eene woordenlijst op te stellen van de meestgebruikte vreemde uitdrukkingen, met de zuiver Nederlandsche vertaling er naast en dit werk gaf hij in het licht onder den titel: Het Tresoor der Duytscher talen: Een seer profijtelyck boeck voor alle de ghene: die de Latijnsche sprake ende meer andere niet en connen ende bysondere die het Recht hanteeren: Ghemaect van den Edelen ende hooghstammighen heere Heer Jan van den Werve, Ridder, Gheprint by Hans de Laet met previlegie van twee jaren. Ghegheven te Bruessele int jaer ons Heeren M.D. LII. den 9 Novembris. Onderteeckent P. de Lens. Gheprint Thantwerpen in de Camerstrate in den Salm by my Hans de Laet int Jaer M.D. LIII. Het nuttig boek moet zeer gezocht zijn geweest; want spoedig beleefde het eenen herdruk onder den titel: Den Schat der Duytsscher talen: Een seer profijtelijc boeck voor alle de gene: die de Latijnsche sprake ende meer andere niet en connen, ende bysondere die het Recht hanteren: Ghemaect van den Edelen ende hoochstammighen heer, Heer Jan van de Werve, Ridder, Antw. 1559. Ook deze uitgave werd weer spoedig door andere opgevolgd, een bewijs dat de Antwerpsche edelman in eene ware behoefte had voorzien. Daar er toen vier rechtsgeleerden of magistraten met name Jan van den Werve in onze stad leefden, zoo is het moeielijk met zekerheid vast te stellen, wie hunner eigenlijk de schrijver is van gemeld werk. De eerste Jan van den Werve, bastaard van Willem, was van 1533 tot 1551 Onder-Schout van Antwerpen en op 21 Augustus 1552 stortte hij met zijn rijtuig, zijne vrouw, meid en gek, door eene houten poortbrug, in de stadsvest, waarin hij verdronk. - Een tweede Jan v.d. W., zoon van Geeraard, was in 1533 Schepene zijner geboortestad en in de volgende jaren tot 1560, werd hij nog dikwijls tot die waardigheid verkozen, alsook tot het ambt van Gulde-Deken van de Lakenhalle en Peismaker. - De derde Jan v.d. W., zoon van Hendrik, werd in 1539 Hoofdman van de Poorterij en in 1550 voor de eerste maal Schepene van Antwerpen, en hij bekleedde ook dit ambt, toen hij, op 4 November 1576, in de beruchte Spaansche Furie gedood werd door de muitende soldaten van Philips II, tegen wier plunderzucht en woest geweld hij zijne stad en hare inwoners beschermen wilde. - Een vierde Jan van den Werve, ook te Antwerpen geb., ten jare 1524, studeerde in de rechten en werd omstreeks 1550 advocaat der Antwerpsche rechtbanken, waaraan hij zich als een der voornaamste deskundigen in zijn vak onderscheidde tot na 1580.