[Jan van Walré]
Walré (Jan van), geboren te Haarlem 22 Augustus 1759, leerde de oude talen en was boekhandelaar in zijn geboortestad tot in 1782, toen zijne zaak eene firma werd, aan welker bestuur hij zich onttrok, om de letteren te beoefenen en een door hem in 1785 opgericht lief hebberij-tooneel met raad en daad te steunen, en zich daarbij aan de openbare belangen te wijden; hij overleed 21 December 1837
Schr.: Willem I prins van Oranje, trsp., Haarl. 1785; De avontuurlijke Nacht, blsp., 1788 naamloos; De school voor de Vaders, id. 1788; in Zedelijke Tooneel-oefening: Vondeling, tnsp., ald. 1793; De kleeren maken den man, divertissement, 1795; Het vergeefsch besluit of de vermommingen uit liefde, blsp., Haarlem 1799; Natuur en opvoeding of het gansje, 1800; Heidebloemen, 2 bundels, 1816; Gedachtenis van Ward Bingley, een boek, waarin tevens eenige losse verzen en zijn gedicht Eerzucht is opgenomen, 1821; Heksluiting 1828 en De Manteldroom blsp., Haarl. 1836. Ook als lid van het dichtlievend genootschap Democriet te Haarlem schreef hij vele stukjes en liedjes.