Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 862]
| |
eene oratie over de Egypt. pyramiden tot de acad. lessen bevorderd, stud. van 1732-'34 te Utr., volgde prof. Joh. van den Honert naar Leiden en werd daar in 1738 proponent; was van 1739-Nov. 1740 leeraar te Oostkapelle, en werd tot pred. te Vlissingen, gelijk hij zelf, onder meer belangrijke zaken in zijn Kerkhemel verhaalt. Hij overl. ald., na minder dan drie maanden emeritus geweest te zijn, 16 Dec. 1785. Zijn voornaamste werk, een geschrift van niet geringe historische waarde, schoon de vorm aan de latere lezers ongewoon moge toeschijnen, is getiteld: Vlissingsche Kerkhemel, ofte Levensbeschr. van alle de Herv. Leeraren, die, sedert den afval van Spanjen in 1572, in de Ned. Kerke van Vliss. gearbeydt hebben, waar bij komen de lijsten van alle de Eng. en Walsche Leeraren dier stad; als ook der genen, die in alle de Zeeuwsche steden en te Dordrecht de Lat. tale onderwezen hebben, Vliss. en Midd. 1758. Een klein geschr., Godgeleerde Oefeningen, was uitgegeven te Midd., 1732. |
|