[Mr. Carel Vosmaer]
Vosmaer (Mr. Carel), broederszoon van den voorg., geb. te 's-Gravenhage 20 Maart 1826, studeerde in de rechten te Leiden sinds 1844, prom. 18 Jan. 1851, en vestigde zich als adv. in zijne geboorteplaats, was van 1853 tot '56 griffier bij het kantongerecht te Oud-Beierland, daarna subst. griffier, eerst bij het Hof in Den Haag, in 1866 bij den Hoogen raad, totdat hij dit ambt nederlegde in 1873, om verder uitsluitend te leven voor de studie van kunst en letteren. Inzonderheid is zijne 25-jarige betrekking als red. van De Ned. Spectator van grooten invloed geweest op dit blad en zijne lezers. Aldus ambteloos en onvermoeid werkzaam, was de geleerde en minzame kenner van kunst en letteren een man van groote beteekenis geworden in dezen tijd, totdat zijne gezondheid hem noodzaakte Den Haag te verlaten en herstelling in het buitenland te zoeken. Hij overl. te Montreux 12 Juni 1888.
Zijne levensgeschiedenis is verdienstelijk beschreven in onderstaand werk. Aan de daarin voorkomende lijst zijner afzonderlijke en verspreide geschr. zijn de volgende titels ontleend zijner meest bekende werken: Rembrandt Harmens van Ryn, sa vie et ses oeuvres, La Haye 1863-'77; Vogels van diverse pluimage, 3 dln., Leid. 1873-'75, herdrukt en vermeerderd; Londinias, 's-Hage 1873, '77, '78; Een zaaier, studiën over Multatuli, Amst. 1874, '84; Vlugmaren, met 2 vervolgen, 's-Grav. 1880, vier drukken, 1881, '83; Amazone, 's-Grav. 1880, '81, '82, '88; Nanno, 's-Grav. 1882, '83; Over kunst. Studiën en schetsen, Leid. 1882; Inwijding. Nagelaten werk. Den Haag 1888. Zijne vertalingen van Homerus: Ilias, Leiden 1878-'80, De Odussee, ald. 1888 zijn beroemd. Gedurende zijne veertig-jarige letterk. loopbaan schr. hij een groot aantal bijdragen, o.a. in Ned. Spect.; verh. in