considérée comme langue et littérature nationale, Anvers 1837; Aen de nagedachtenis van onzen teergeliefden vader Michiel Johan van der Voort, in den Heer ontslapen op VII April CI
.DCCC.XXXIX, Antw. 1839; Un mot sur la question d'ortographe flamande, Anvers 1839; Schets der geschiedenis van de regeering van Karel den Stoute, Antw. 1842; Les avantages de l'orthographe flamande, proposée par la Commission royale, Bruxelles 1842; Het Vaderland, tydschrift voor letteren en geschiedenis, Antw. 1844-'46; Levensschets van Maxmiliaen den Eersten, Antw. 1844; Oorsprong en voortgang van de magt der Bourgondische Vorsten in België, Antw. 1844; Schets eener geschiedenis der Belgische letterkunde, Antw. 1844; Noord en Zuid, vlugtig oogslag op de algemeene geschiedenis, Antw. 1845; Verslag over de grondbeginselen van het Vlaemsch taelverbond, gedaen namens het nederduitsch tael- en letterkundig genootschap van Brussel, aen de heeren voorzitters der belgische maetschappyen te Antwerpen vergaderd den 31 Oct. 1845, Bruss. 1845; Maria van Burgonje, tydvak uit de geschiedenis van ons vaderland, Brussel 1847; Aen de heeren leden en bestuerders van het tweede Nederlandsch Congres, te Amsterdam, Brussel 1850; Twee geslachten, Geschiedenis der oorlogen tusschen Frankryk, Engeland en België, 1066-1815, Antw. 1850; Redevoering over de noodzakelykheid om de tael den vreemdelingen nuttig te maken, met aenwyzing der middelen, welke daertoe aen te wenden zyn, Brussel 1852; By het graf van mynen vriend Jan Baptist Langlois, 30 Mei 1860, Brussel 1860; Het droombeeld eener wereldtaal, Antw. 1867. Verder schreef hij nog tal van brieven en artikels in dagbladen, tijdschriften, enz. en hij maakte eene verzameling van dagblad-artikels over de Vlaamsche Beweging, die hij aan de bibliotheek der stad Antwerpen schonk.