[Mr. Willem Hendrik van Voorst]
Voorst (Mr. Willem Hendrik van), zoon van den voorg., geb. te Franeker 17 Sept. 1791, studeerde te Leiden in de rechtsgeleerdheid, en vestigde zich na zijne promotie als advocaat te Haarlem; in 1819 werd hij schout en secretaris van Sparendam, en in 1820 rechter in de arrondissementsrechtbank te Haarlem; in 1848 lid van de Tweede kamer en overleed 24 Nov. 1855.
De noodzakelykheid van gebiedende voorschriften omtrent den vorm, onderzocht en op eenige voorbeelden uit de tegenwoordige rechtspleging toegepast, Haarl. 1821; Iets over het ontwerp van wetboek van burgerlijke regtspleging, Haarl. 1827; dit laatste was eerst in den vorm van vijf brieven, anoniem in De Konst- en Letterbode geplaatst. In De Weegschaal 1829 schreef hij: Bedenkingen over de voormalige Weeskamers.