Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Joost van den Vondel]Vondel (Joost van den), wiens doopsgezinde ouders uit Antwerpen geweken waren, werd 17 Nov. 1587 te Keulen geb., en kwam reeds als kind te Amsterdam. Hij had daar een kousenwinkel in de Warmoesstraat, die lang eene winstgevende zaak was, doch verloor zijn vermogen door toedoen van zijn' verkwistenden zoon. Later was zijn leven vol zorgen en hij was zelfs op gevorderde jaren in den lomberd werkzaam. In de kerkelijke twisten onder de Hervormden, die met de gebeurtenissen van 1618 en 1619 eindigden, had hij zich een heldhaftig voorstander betoond van de partij der Remonstranten en van Oldenbarnevelt en diens geestverwanten. Zijne heerlijke dichtwerken werden geschreven tusschen 1605 en 1674; het vruchtbaarst was hij in de jaren van groote zorgen. Zijn levensloop was afwisselend, doch hij heeft geenszins de onderscheidingen en eerbewijzingen ontvangen, waarop gewrochten zijner zeldzame gaven recht hebben. Hij overleed 5 Februari 1679. Eerst in 1772 werd een klein gedenkteeken aangebracht nabij zijn graf aan eene pilaar in de Nieuwe kerk te Amsterdam. De aanleg van het Vondelspark, het fraaie gedenkteeken daarin met zijn beeld in overpeinzing zittende houding en de prachtuitgave zijner werken door Van Lennep zijn monumenten, den grooten zanger en ons tijdvak van dankbare huldebetooning waardig. Voor de kennis zijner omvangrijke werken raadplege men de Bibliographie daarvan door J.H.W. Unger, zie blz. 797, Amst. 1888. Volledige uitgaven zijn, genomen naar tijdsorde en dus naar de steeds toenemende kennis aangaande de volledigheid: de prachteditie door Van Lennep, | |
[pagina 845]
| |
12 dln., Amst. 1855-'69; de volks-uitgave door Van Vloten, 2 dln., Schied. 1864 en '65, titeldruk met aant. en inleiding van prof. Allard, 's-Bosch, 1870-'72, die van Alb. Thijm, Schied. 1887 en v.v. (onvoltooid gebleven) en, zoo wegens inhoud als prijs voor ruimer kring bereikbare herziene Van Lennep's editie in kleiner formaat, door J.H.W. Unger, in 24 fraaie deeltjes, Leiden 1888 en later. Vroegere gezamenlijke uitgaven, afzonderlijke drukken en alles, wat de Vondel-litteratuur betreft, wordt aangetroffen in genoemde Bibliographie. Om echter eenig denkbeeld te verkrijgen van de hoeveelheid en algemeene verspreiding, en daarmede van Vondel's werkkracht, volge een kort overzicht zijner afzonderlijk gedrukte boeken: daarvan is het oudste bekende jaartal der uitgave (misschien ook der voltooiing) opgegeven, alsmede het aantal bestaande drukken. Van afzonderlijk verspreide stukken in bladen of pamfletvorm, kan hier wegens het overgroote aantal geen sprake zijn, alleen kan hierdoor eenigszins nagegaan worden, hoeveel de Dichter in zijne en in de volgende eeuw gelezen werd. Het Pascha, trsp., 1612, '36, een putjesdruk met het zelfde jaar 1636, doch is jonger, '95; De Gulden Winkel der konstlievende Nederlanders, 1613 '22, '55, '61, '62, '99, 1718, id., '86; De vaderen, 1616, 1722, id. 1722, '68; Vorstelijke warande der dieren, 1617, '82, 1720, id. z.j., 1786; De heerlijkheid van Salomon, 1620; De helden des ouwden Verbonds, 1620, '63, '69, 1727; waarin soms: Hymnus van de kristelijke Ridder, 1620; Jeruzalem verwoest, trsp., 1620 '42, '43, '61, '65; Het lof der zeevaart, 1623; De Amsteldamsche Hecuba, trsp., 1625, '26, id. '26, '47, id. '93; Palamedes, of vermoorde onnoozelheid, trsp., 1625, zesmaal '26 (is zeker ook '25), '30, '52, vijfmaal '60, '64, '68, '71, '80, twee ed. z.j., 1705 driemaal, '07, vijfmaal, '34, '36, '41 en in onzen tijd driemaal; Geboorteklok van Willem van Nassau, 1626; Rommelpot van 't Hanekot, 1626; Verovering van Grol, 1627; Hippolytus, trsp., 1628, '49; Zegezang ter eere van Frederik Hendrik, 1629; Sofompaneas [van Hugo de Groot] of Jozef in 't Hof, trsp., 1635 tweemaal, '36, '40 tweemaal, '55 driemaal, '60, '71, '78, '92 tweemaal, 1704, '30, '33; Gijsbrecht van Aemstel, trsp., 1637, '38 tweemaal, '41, z.j., '50 tweemaal, '55, '59 driemaal, '61 tweemaal, '82, '99, z.j., 1700, '66, z.j., '09, '16, '17, '26, z.j., '29, '45 driemaal, '92, verder vertalingen en jongere uitgaven; Elektra van Sofokles, trsp., 1639, '58 tweemaal, z.j., '95; Maagden, trsp., 1639 driemaal, '43, tweemaal, 1709; Gebroeders, trsp., 1640; '41, '50 viermaal, '54, 1707; Jozef in Dothan, trsp., 1640, '44, z.j., vijfmaal, '60, '65, '92 tweemaal, 1704, '30, '33 en in onze eeuw; Jozef in Egypte, trsp., 1640, '44 vijfmaal, '60, '64, '65, '71, '95, z.j., 1706, '30; Peter en Pauwels, trsp., 1641 viermaal, '91, 1710, vertaling en latere uitg. 1881; Henriette Marie te Amsterdam, 1642; P. Ovidius Naso's Heldinnebrieven, 1642 tweemaal in 1716; Brieven der H. Maagden, 1642, '87, 1702, '21; Davids tranen of boetpsalmen, 1643, '46; Altaar-geheimenissen, 1615 tweemaal, '98 tweemaal, 1718, '21; P. Virgilius Maro's werken, 1646 driemaal, '52, '59 tweemaal, 1714 tweemaal, '37; Maria Stuart, trsp, 1646 zesmaal, '61, vert. en ed. uit onzen tijd; De Leeuwendalers, landspel, 1648 tweemaal, '61, en in de 19e eeuw; Salomon, trsp., 1648 viermaal, '54, '61, 1706; Lucifer, trsp., 1654 zesmaal, '61 en in onzen tijd; Q. Horatius Flaccus' Lierzangen en Dichtkunst in 't rymeloos vertaald, 1654, '56, 1703 tweemaal, 1735; Inwydinge van 't Amsterdamsche Stadhuis, 1655; Salmoneus, trsp., 1657 tweemaal, '61, '85, '96; Koning Davids Harpzangen, 1657, '96 tweemaal, 1723; Parnas aan de Belt, 1657; Zeemagazijn, 1658; Jeptha of Offerbelofte, trsp., 1659 driemaal, '61, '97; Samson of Heilge wraak, trsp, 1660; tweemaal, '61, '96; Koning David in Ballingschap, trsp., 1660; Koning David hersteld, 1660, tweemaal '61, '93; Koning Edipus uit Sofocles, trsp., 1660 driemaal, '61, '98, 1705; Virgilius, in Nederd. dicht vertaalt, 1660, '96; Adonias of Rampzalige Kroonzucht, 1661 tweemaal, '62, 1705; Bespiegelingen van God en Godsdienst, 1662, 1700, '23; Johannes de Boetgezant, 1662, '96 driemaal, '97, Lat. vert. 1741, '46; Batavische gebroeders, 1663 tweemaal, '90, 1705 en in onzen tijd; De Heerlijkheid der Kerke 1663 tweemaal, 1702, '25; Faëton, of Reukelooze stoutheid, 1663 driemaal, 1706, '15 driemaal, '42 tweemaal; Adam in ballingschap, 1664 tweemaal, '94, 1736 en in onzen tijd; Zungchin, of ondergang der Sineesche heerschappye, trsp., 1666; Ifigenie in Tauren, trsp., 1666, '92; Noah, trsp., 1667, '92, 1711; Euripides Feniciaansche, of gebr. van Thebe, trsp., 1668, '95; Sofocles' Hercules in Trachin, trsp., 1668, '97; P. Ovidius Naso's Herscheppinge, 1671, 1703, '30. Behalve dit alles, tal van herders-, zege- en bruiloftszangen, opdrachten, lof-, klink-, schouwburg-, punt-, hekel-, eer- en lierdichten, bijschriften en brieven. |
|