Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Eelco Verwijs]

Verwijs (Eelco), geb. te Deventer 17 Juli 1830, studeerde in zijne geboortestad en aan de hoogescholen te Groningen 1850-1853, daarna te Leiden, waar hij prom. op eene dissertatie: Jacob van Maerlant's Wapene Martijn. In het volg. jaar 1858 werd hij leeraar aan het gymn. te Franeker, in 1862 archivaris-bibliothecaris van Friesland, en vestigde zich te Leeuwarden; daarbij was hij schoolopziener. Na den dood van Dr. L.A. te Winkel werd hij medered. van het Wdb. der Ned. taal en het Mdnl. Wdb. met zijne bekende geleerde vrienden. Reeds vier jaar later bleek zijne gezondheid voorzorgen noodig te maken, zoodat hij veel in het buitenland moest verkeeren. Eindelijk moest hij zelfs Leiden verlaten en trok naar Arnhem, waar hij 28 Maart 1880 overleed.

[p. 826]

Prof. Verdam heeft in de hieronder vermelde jaarb. zijn levensbericht met al zijne licht- en schaduwzijden geteekend en eene lijst zijner talrijke, hoogst verdienstelijke geschr. gegeven, waarom hier dan slechts vermeld worden:

Behalve zijne diss. gaf hij uit: Bloemlezing uit Middelned. dichters met eene Mnl. spraakkunst, 4 dln., Zutfen 1858-'67, deels herdrukt (zie art. Stoet); Dit sijn X goede Boerden, 's-Hage 1860; (met Dr. M. de Vries) Jacob van Maerlant's Spieghel Historiael, 3 dln., Leid. 1858-'63; Sinterklaas, Eene bijdrage tot de kennis der Germaansche Mythologie, 's-Hage 1863; Dit is 't spel van den Heiligen Sacramente van der Nyeuwervaert, Leeuw. 1867; Die Rose van Heinric van Aken, 's-Hage 1868; De oorlogen van Hertog Albrecht van Beieren met de Friezen in de laatste jaren der XIVe eeuw, Utr. 1869; (met Dr. W. Bisschop) (Gedichten van Willem van Hildegaersberch, 's-Hage 1870. In de Nederl. Klassieken, te Leeuwarden uitgegeven, gaf hij: J. van Vondel's Leeuwendalers, Lantspel, 1864; 2e dr. 1872; Episodes uit Hooft's Nederl. Hist., 1864; Constantijn Huygens' Costelick Mal en Voorhout, 1865; G. Brant's, Leven van Vondel, 1866; Vondel, 1866; Vondel, Batavische Gebroeders, 1867; Bredero's Spaansche Brabander, 1869; in de Bibliotheek der Middelnederlandsche Letterkunde, Roman van Cassamus, 1869; Van Vrouwen ende van Minne, Mnl. ged. uit de XIVe en XVe eeuw, 1871; Jacob van Maerlant's Der Naturen Bloeme, 1872-'75; Jacob van Maerlant's Strophische Ged., 1879-'80; Ferguut, na zijn dood door Dr. Verdam in staat van uitgave gebracht. Met Dr. M. de Vries en Ferd. van Hellwald: Jacob van Maerlant's Spieghel Historiael, Tweede partie, Leiden 1872-'75. Verder taalk. opst. in De Taalgids, De Taal- en Letterbode, Taalk. Bijdr., Versl. en Med. der Kon. Akademie; letterk., bellettrische en critische stukken in Ned. Spect., Hand. van Letterk., De Gids en versch. bladen en jaarboekjes.

(Jaarb. Kon. Akad. 1881, en Hand. Mij. Ned. Lett. 1880.)