[Jan Verveer]
Verveer (Jan), in de eerste helft der vorige eeuw te Rotterdam geboren, overl. aldaar in of kort na 1790.
Hij dichtte: De voordeelen van den Christelijken godsdienst voor de Burgerlijke Maatschappij (bekroond); Tafereel van het beste huwelijk, Rott. 1780; De leden der 348-jarige kamer der Goudbloemen, daar men schrijft uit Jonste begrepen, aan de WelEd. Grootachtb. Regering der stad Gouda bij den aenvang des jares 1785; Gouda 1785; Vaerzen voor Capellen tot den Pol, Amst. 1785; Zaïre, treurspel (naar Voltaire), Dordr. 1790; Cora of de zegepraal der liefde op het bijgeloof, trsp., Dordr. 1790; Dichtgedachten bij de beschouwing van 's lands deerniswaardigen toestand na de oorlogsverklaring der Engelschen in 1780. Hij was redacteur van Saterdags Kroegpraatje, Rott. 1787, en van de Zamenspraakjes tusschen Klaartje en Trijntje, zonder pl. of jaar.