[Mr. Abraham Vereul]
Vereul (Mr. Abraham,) geb. in Suriname in 1770, kwam op zijn derde jaar in Nederland, en begon 19 Sept. 1791 te Leiden zijne studiën in de rechten. Na zijne promotie zette hij zich te Amsterdam als advocaat neder en werd voorzitter van het comité tot de zaken der Koloniën en bezittingen van de Bataafsche Republiek in Den Haag. Het laatst was hij maire te Amsterdam, waar hij als koopman overl., 27 Oct. 1817.
Hij schreef: Proeve van Poëtische brieven, Gouda 1787; Redevoeringen over Janus Donza en over Jacobus Bellamy, Amst. 1791; De invloed van een vast geloof aan de Voorzienigheid, in 1789 bekroond; De lof der naarstigheid, in 1790 te Amsterdam bekroond, evenals zijn dichtstuk: De onschuld in 1791. Vele zijner gedichten zijn uitgegeven in de Kleine dichterlijke handschriften.