[Jacob Verdam]
Verdam (Jacob), geb. te Amst. 22 Jan. 1845, werd 30 Sept. 1865 te Leiden als stud. in de letteren ingeschreven, prom. ald. 14 Mei 1872, was er van 23 Sept 1860 tot het einde van 1877 leeraar in de oude talen aan het gymnasium, is sedert 13 April 1878 hoogl. aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam en werd 14 Juli 1891 benoemd tot hoogl. in het Ned. en Mnl. aan de rijks-universiteit te Leiden.
Behalve zijn acad. proefschr.: Tekst-critiek van Mnl. schrijvers, Leid. 1872 en een aantal opstellen in Taal- en Letterbode, Taalk. Bijdr. en Tijdschr. voor Ned. Taalen Letterkunde, 1871 en vv., gaf hij in de Bibl. van Mnl. Lett.: Episodes uit Maerlant's Historie van Troyen, 1873, bewerkte daarvoor de nieuwe en door Eelco Verwijs nagelaten uitgave van Ferguut, en voegde daar het voorbericht en het glossarium bij, 1882. Afzonderlijke uitgaven van Seghelijn van Jherusalem, Leiden 1878 en van Theophilus, Amst. 1882; Oude en nieuwe fragm. van den mnl. Aiol, Leid. 1883. Zijn hoofdwerk, met Verwijs begonnen en met den steun van oudheid- en geschiedk. ambtgenooten regelmatig als de openbaring eener zeldzame werkkracht voortgezet, is het Middelnederl. Wdboek, 's-Grav. waarvan afl. 1 verscheen in April 1882; enkele verbeterde uitgaven der Ned. klassieken van Verwijs. Gesch. der Ned. taal, Leeuw. 1891. Verder: De wetenschappelijke beoefening der Nederl. taal in