Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Philippus Verbruggen]Verbruggen (Philippus) is in het Staten-Collegie opgenomen, 2 Maart 1771; hij gaf op van Deventer geboortig en 20 jaar oud te zijn. In 1777 als prop. en den kerkdienst te Arnhem waarnemende, werd hij beroepen te Koedijk, en daar bevestigd, 8 Febr. 1778; wegens het ‘solemniseeren’ van een onwettig huwelijk, werd hij door de Classis van Alkmaar in 1780 aangeklaagd, geschorst door de Noordholl. Synode, zonder behoud van woning of traktement en ‘gedeporteert’, welke beslissing bekrachtigd werd door de Staten van Holland en West-Fr., 18 Oct. 1782. Hij had zich inmiddels te Delft gevestigd; diende het Hof met woord en pen, werd vervolgd, gevonnist en gebannen, ondanks het pleiten van Bilderdijk. Zijn weekblad werd onderdrukt en de herstelling van '87 gaf hem ook geen voordeel; de omwenteling van '95, die hij trachtte te bestrijden, bracht hem in den toestand van Kumpel, Van Ollefen, z.a., en dgl. consequente partijmannen. Hij bleef altijd in verzet; na 1804 hoort men niet meer van hem. In tegenstelling met het Patriotsche blad, De Post van den Neder-Rhijn, dat Pieter 't Hoen, zie blz. 354, van 20 Jan. 1781 uitgaf, redigeerde hij als bezoldigd schrijver voor de hofpartij, De Post naar den Neder-Rhijn, die in 't begin van 1782 in Den Haag verscheen. Door de vervolging van den red. werd de uitgaaf opgehouden, want No. 82 is als op zichzelf en na zijne gevangenis in Juni 1784 uitgekomen. De vervolging deed den titel veranderen in dien van De Hardloper van Staat, die spoedig tot rust werd gebracht. Van De Post naar ... zijn dus geen 12 dln. in 't licht gegeven, gelijk algemeen, en ook hiervoor, blz. 732, art. D.W. Smits, is nageschreven, maar slechts twee onvolledige jaargangen in 82 nommers. (De Post van ..., het blad van 't Hoen, telt 12 jrg.; weinigen kennen deze geschr. door aanschouwing, vandaar deze dwaling.) De Hardlooper verscheen van Juli 1784 en werd in Sept. d.a.v. verboden. De Prinselijke Courant, Rott. 1785, die hem ook wordt te laste gelegd, bestond heel kort. De advocaat, zooals zijne vrienden hem nu noemden, volgens anderen ‘de Broodschrijver Ph. V., voorheen pensioentrekkend Dagblad-Schrijver van den Exstadhouder’, schr. na '95 tegen de nieuwe orde van zaken, en geraakte weer in moeilijkheden door het Weekblad De Jonge Argus, Mei 1797. In 1804 werd zijn Weekblad De Themis opgehaald; hij zelf verliet Amst., waar hij al in 't rasphuis gezeten had; al | |
[pagina 815]
| |
zijne bladen en volgschr. zijn dus onderdrukt. Hij zelf heeft eene soort van autobiographie gegeven; Beknopt verhaal, enz., op welks titelblad hij zich ‘Mr. Ph. V., advokaat’ noemt; hij werd toen algemeen met die hoedanigheid aangeduid. (Mr. W.P. Sautijn Kluit, De Post naar den N.-Rhijn, in Ned. Spect. 1876.) |
|