[Jozef van de Velde]
Velde (Jozef van de), geb. 1 Juli 1816 te Schellebelle (Oost-Vl.), studeerde aan het College te St. Nicolaas, in welke stad hij aan de Normaalschool onderwijzer werd. Later was hij eenige jaren professor van middelbaar onderwijs in het College Ste Maria te Oudenaarde. Ten jare 1860 werd hij bibliothecaris-archivaris van laatstgenoemde stad en na eenigen tijd op zijne rust te hebben geleefd, overleed hij te Gentbrugge op 26 Juni 1886.
Behalve vertalingen uit het Duitsch, Italiaansch en Fransch, gaf hij in het licht de volgende oorspronkelijke werken: Vaderlandsche Bloemkrans, Ouden. 1859; Was Graef van Egmont inderdaed een verrader? Ouden. 1860; Geschiedenis der Nerlandsche Letterkunde, Ouden. 1861; Nederduitsche Dichtproeven, Gent 1863; De Krokodil van Kerselaer, eene Audenaerdsche sage of volksvertelling uit de XVIe eeuw, in plaetselyk dialekt door wylen Doctor D.J. van der Meersch, Ouden. 1868; Arnulphus de Bincho en Onze Lieve Vrouwkerk van Pamele te Oudenaarde, Ouden. 1872; Het Stadhuis en de Lakenhalle van Oudenaarde, Ouden. 1872; De Muziekfeesten van Weimar, in Duitschland, Ouden. Ook leverde hij talrijke bijdragen en artikels in de bladen der stad Oudenaarde en in La Gazette de Renaix, in de Gentsche bladen Le Conservateur en de Beurzen-Courant.