[Justus Tjeenk]
Tjeenk (Justus), geb. te Winterswijk, 19 Maart 1730, werd kandidaat te Utrecht, 6 Juni 1752, aanvaardde hij het predikambt in de gem. 't Waal-en-Honswijk, 30 Nov. 1755, was sedert 21 April 1765 leeraar der Engelsche (Presbyteriaansche) gem. te Vlissingen, ook was hij daar eerste secr. van het Zeeuwsch Gen. der Wetenschappen, van de oprichting in Maart 1769 tot zijn overl. 26 Dec. 1782. Onder zijne afstammelingen komt zijn naam voor, vereenigd met dien zijner vrouw Margaretha Leuveling.
Schr. in de werken van genoemd Zeeuwsch Genootschap, dl. II, blz. 464-600, en V, 465-602, Midd. 1771 en '76: Bijdragen tot de Heilige Aardrykskunde; dl. III, blz. 615, Bericht wegens de miswyzing van het compas door den donder, ald. 1773, behalve het voorwerk van de zes eerste dln. der Werken van het Z. Genootschap.