Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Corstiaan Albertus Tebbenhoff]Tebbenhoff (Corstiaan Albertus), geb. te Poortugaal, 10 Januari 1830, werd door zijn vader, die ald. openbaar onderwijzer was en later te Montfoort woonde, voor diens vak opgeleid, deed daartoe zijn eerste examen, 16 April 1846, was werkzaam in laatstgen. plaats en op Schoonoord bij Rijswijk; liet zich den 10 Febr. 1853 te Leiden als student in de letteren inschrijven en prom. er over Thucidydes. Daarop werd hij docent aan het gymn. te Dordrecht en leeraar aan de rijkshbs. te Gouda. In 1876 ordende hij met den J.N. Scheltema, zie bl. 692, het oud-archief ald., onder welke regeling de vermaarde en sinds lang verloren gewaande beker van Jacoba van Beieren werd teruggevonden, zooals die beschreven is in den door beiden bewerkten inventaris. Sedert 10 Dec. 1878 is hij dir. der hbs. te Hoorn. Hij schreef: Spiegelbeelden. Juvenilia, Oudew. 1859; Godsdienst en wijsbegeerte, Gouda 1877; Twee zusters. Drama, Amst. 1878; Francesco Baldini, ald. 1879; Idealen en leven. Novellen en vertellingen, Bolsw. 1882; Studiën en schetsen, Hoorn 1883; litt. en aesth. opst. in bladen, losse ged. en feestliederen, waaronder: Wilhelmus van Nassouwen, Nieuw volkslied, Hoorn, Dec. 1890. |
|