Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Jacobus Nicolaas Scheltema]Scheltema (Jacobus Nicolaas), geb. 4 Febr. 1821 te Amsterdam, werd aldaar opgeleid tot het leeraarsambt bij de Remonstrantsche Broederschap en in 1844 tot candidaat bevorderd. In het volgende jaar aanvaardde hij, beroepen naar Zwammerdam en Woerden, zijne bediening en volgde in 1854 een beroep naar Gouda op. Alhier zich inzonderheid op de merkwaardige geschiedenis der stad toeleggende, regelde hij met Dr. C.A. Tebbenhoff, zie art., het stedelijk archief en werd in 1877 door den raad tot gemeente-archivaris aangesteld. Na een vijf en twintig jarig verblijf in Gouda, waar hij mede in vele andere betrekkingen werkzaam was, legde hij in 1879 zijn ambt neder en vertrok weder naar zijne geboorteplaats. Aldaar werd hij in 1880 tot Conservator bij de Universiteits-bibliotheek benoemd, en brengt er in bemoeiingen, hieraan verbonden en in andere historische en letterkundige werkzaamheid, zijn rusttijd door. Schr.: Een nationaal gedenkteeken. Toespraak bij de onthulling van het monument voor de Gebr. De Houtman te Gouda op 1 Juli 1880, met geschiedkundige aanteekeningen; bewerkte en vermeerderde het 3e in hs. geblevene deel van De Lange van Wijngaarden's Geschiedenis der Heeren en beschrijving der stad van der Goude, in 1879; gaf met Dr. Tebbenhoff den Inventaris van het archief te Gouda (1325-1812) in 1876, en leverde nog vele losse stukjes, hier en daar in tijdschriften verspreid, meerendeels van godsdienstigen aard. |
|