[Willem Swanke]
Swanke (Willem), wiens familie in het latere Zeeuwsch Vlaanderen tot de ambtenaren der generaliteit behoorde, werd geb. 8 Juli 1675, te Sas-van-Gent; zijn vader was daar pred., hij zelf werd op de Lat. school te Middelburg onderwezen, werd in 1694 stud, in de geneesk. te Utrecht, prom. er in 1698, practizeerde te Midd. tot 1702, toen hij benoemd werd tot raadsheer in den raad en leenhove van Vlaanderen aldaar, en overl. in dien rang en in dezelfde stad, 1 Febr. 1733.
Hij behoorde tot den kring van godsd. dichters, die daar destijds in bloei was en schreef: Stichtelijke Rijmoeffeningen, Midd. 1729; zijne Nagelaten Gedichten werden aldaar in 1734 door De la Ruë uitgegeven.