[Willem Hendrik Suringar]
Suringar (Willem Hendrik), geb. 3 Aug. 1790 te Leeuwarden, waar zijn vader eerst een openbaar ambt bekleedde, in 1795 ontslagen werd en eene fabriek kocht, waarin deze, zijn oudste zoon werd opgeleid, alsmede in den daarmede vereenigden wijnhandel. In 1840 vestigde hij zich te Amst.; wijdde zich daar aan nuttige en vooral philanthropische instellingen, en overl. 17 Sept. 1872. Te recht is hij met John Howard en Oberlin vergeleken, zijne werkzaamheid voor het gevangeniswezen en zijne stichting Nederl. Mettray, bevestigen deze getuigenis.
Daar zijne veelvuldige geschr., tusschen 1823 en '71 opgesteld, in onderstaand levensbericht volledig vermeld worden, zij het genoeg hier te noemen: Onderzoek naar de oorzaken van het vervloeijen van aangeleerde kundigheden ..... met aanwijzing van gepaste middelen ter voorkoming daarvan, door 't Nut bekroond, 1822; Redev. over John Howard, (Vad. Lett. 1832), Leeuw. 1823; Herinneringen en werken ter onderhouding van het geleerde, 4 st., Amst. en Leeuw. 1825-'28; Mijn bezoek in Mettray, bij Tours in Frankrijk, Leeuw. 1847.
(Hand. Mij. Ned. Lett. 1873.)