[Paul Hubert Adriaan Jan Strick van Linschoten]
Strick van Linschoten (Paul Hubert Adriaan Jan), heer van Linschoten, Polanen Hekendorp, lid van de eerste nationale vergadering in 1796 en vervolgens gezant der Bataafsche Republiek aan het hof van Wurtemberg. Na zijne terugroeping leefde hij ambteloos op zijn landgoed Linschoten en bracht hij zijn dagen met letteroefeningen door. In 1807 werd Strick door den koning van Pruisen tot kamerheer benoemd, waarop hij naar Berlijn vertrok. Sedert bleef hij op verschillende plaatsen van Duitschland wonen. Hij stierf te Bologna op eene reis door Italië 25 Juli 1819.
Van zijne hand verscheen: Proeven eener vertaling van het Pervigilium Veneris enz. Utr. 1805; Gedachten, Amst. 1808; Winter recepten, ald. 1808; Tien lierzangen van Horatius in dezelfde digtmaat overgebragt, ald. 1808; Klagte bij het graf van Mr. J. Hinlopen, Utr, 1809. Onder het psd. Eleutherophilus, schr. hij: Vertraute Briefe während eines Durchflugs durch einen Theil ... des Kngr. der Niederl. in 1817, 3 Bde, Germania, Manheim 1818; eene Nederlandsche bewerking verscheen te Amst., 3 dln., 1855, niet zonder bedoeling om zijne staatk. denkbeelden aangaande het destijds jonge Koninkrijk in herinnering te brengen. Zijne Vertraute Briefe aus Holland, 1797, uitgeg. in 1798 moeten niet met de in onze taal overgebrachte verwisseld worden. Voorts eenige losse verzen in Uylenbroeks Kleine dichterl. handschr. en Witsen Geysbeeks Apollinaeum en in diens Biogr. Anthol. Crit. Woordenboek en bijdragen in Kops Landbouwkundig Magazijn.