[Theodorus van Spall]
Spall (Theodorus van), geb. te Utrecht 16 Februari 1791, studeerde aldaar, werd in 1816 pred. te Koedijk, in 1823 te Andijk, in 1828 te Dussen en was dit van 1838-'60 te Klundert; waarna hij als emeritus te Leiden woonde en daar overl. 28 Febr. 1860.
Hij was een werkzaam schrijver voor kinderen en van zedelijke, in zijn tijd gezochte, en thans vergetene verhalen, als: Gustaaf Rijsing en Matthijs Biezer of de vruchten der opvoeding, 's-Hage 1833; Frans Rijnveld en Josephine le Grau, of lotgevallen eener Holl. en eener Belg. familie, uit den jongst verloopen tijd, 2 dln., 's-Hage 1836; Wilhelmina, Utr. 1838; Merkw. voorbeelden van wijsheid, kinderliefde, krijgs- en burgerdeugden bij de Grieken, 's-Hage 1839; De familie von Eikenstein of beschouwing van de ware godsdienst des harten, Utr. 1841; De mensch bij zijn intrede in de wereld, of geloof en godsvrucht in beoefening gebragt, Schoonh. 1841; De mensch in de wereld, Schoonh. 1845; De onechte dochter. Een verhaal uit het werkelijke leven, 's-Hage 1847; Een huiselijk tafereel uit N. Holland, 's-Hage 1847; Raadgevingen eens vaders aan zijnen zoon bij diens intrede in de wereld, Dordr. 1853; De Heilige dagen der Roomsche kerk, Dordr. 1853; De mensch in het laatste tijdperk zijn levens, Schoonh. 1859, en bijdr. van dgl. aard in verschillende tijdschriften.