Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Mr. Bartholomeus Willem Anne Elisa baron Sloet tot Oldhuis]

Sloet tot Oldhuis (Mr. Bartholomeus Willem Anne Elisa baron), broeder van den voorg., geb. op den huize de Beele (gem. Voorst), 13 October 1808, studeerde te Utrecht, en woonde met zijn broeder den tiendaagschen veldtocht bij. Na zijne promotie in de rechten werd hij burgemeester van Hengeloo (Overijsel), in 1838 lid en later voorzitter der Arrondissements-recht-bank te Zwolle. Sedert 1840 gaf hij uit: Tijdschrift voor Staathuishoudkunde en Statistiek; de meeste artikelen zijn van zijne hand. Hij was een der oprichters van de Overijsselsche Mij. van Provinciale welvaart, van welke hij lang voorzitter was, en riep de Staat- en Landhuishoudk. congressen in het leven. Ook was hij geruimen tijd lid van den gemeenteraad te Zwolle, van de Provinciale Staten van Overijsel en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, doch was later alleen voorzitter der rechtbank. Hij overleed 17 Juni 1884.

Hij schreef: Studentenkoor uit de Cantate voor het Studenten-concert, in muzijk gebracht door B. Wanstadt, Utr. 1828; Antigonus, treurspel, Utr. 1830, 2e dr. Zwolle 1865; Poëzy, Zutfen 1835; Lierzang op het tweede Utrechtsche Eeuwfeest, (bekroond), Utr. 1836; Levensschets van P.O.C. Vorsselman de Heer, met bijlagen van J.F.L. Schröder, J.J. Mulder en S. van Delden, Dev. 1843; Uit mijn dichterlijk leven, Dev. 1869 en Herfstdraden, Dev.

[p. 728]

1873; (deze drie werken zijn niet in den handel). Verder gaf hij een Levensbericht van P.C. Molhuyzen in de Hand. van de Mij. der Nederl. Letterkunde, bijdragen in proza en poëzie in verschillende jaarboekjes, tijdschriften, dag- en weekbladen, en vertaalde een paar staathuishoudkundige werken (van Droz en Dumont) uit het Fransch. Met W.J.D. van Iterson, eene Proeve van bouwstoflen voor de gesch. van den Ned. landbouw, 's-Grav. 1874.