[Mr. Peter Steven Schull]
Schull (Mr. Peter Steven), geb. in Den Haag 11 Feb. 1791, begon zijne acad. studiën te Leiden, 9 Juni 1808, prom. er drie jaar later, was een korten tijd te Brussel en zette zich als advocaat te Dordrecht neder, waar hij in 1814 notaris werd. Hij was medeoprichter van het genootschap: ‘Diversa sed una’, beoefende de letteren en natuurwetensch., inzonderheid de mineralogie, en overleed te Dordrecht 4 Aug. 1835.
Behalve eene menigte verhandelingen en beoordeelingen in de van 1832-'35 door hem en Adr. van der Hoop uitgegeven Bijdrage tot Boeken- en Menschenkennis, in De Vriend des Vaderlands, Almanak voor Blijgeestigen, Konst- en Letterbode, Natuurkundige Bijdragen en De Militaire Spectator, gaf hij afzonderlijk uit: Redevoering over de verdiensten van Mirabeau, Dordr. 1826; Herinneringen aan Dr. Crol, Dordr. 1829; Ernst en Luim, Dordr. 1829; Karakteristiek der Welsprekendheid, Dordr. 1829; De overgave van Antwerpen, Dordr. 1830; Dierijk en Dorothé van S. van Hoogstraten (nieuwe uitgave met aant. en een levensschets van den dichter), Dordr. 1831; Vertellingen in Proza en Poezy, Dordr. 1834 (met A. van der Hoop).
Kort vóór zijn dood en tot steun voor den herbouw der afgebrande kerk te Zierikzee gaf hij uit: Poëzy van Caspar van Baerle, Z.zee, 1835. Met zijn levensbericht, door J.C. van Ryneveld, verscheen: Boogontspanning, Dord. 1835.