[Samuel Reinier Johan van Schevichaven]
Schevichaven (Samuel Reinier Johan van), geb. te Heumen (Gelderland) 29 October 1837, werd 8 Dec. 1855 als theol. stud. te Utr. ingeschreven en prom. ald. in de godgeleerdheid in 1864 en in de wis- en natuurkunde in 1866. In 1864 werd hij leeraar aan de hbs. te Sneek, en in 1867 aan het stedelijk Gymnasium te Amsterdam, welke betrekking hij in 1881 nederlegde om verder uitsluitend directeur eener levensverzekerings-maatschappij te zijn; hij woont te Bussum.
Behalve eene menigte geschriften van zuiver wis- of natuurkundigen aard, schreef hij: De beteekenis en de waarde van het geloof op gezag, Utr. 1864; Eenige opmerkingen over Hoogere Burgerscholen, Sneek 1866; De Noord-Amerikaansche staat Minesoto, Amst. 1872; De landverhuizer, Amst. 1872-1874. In 1872 was hij medewerker van Iris, terwijl hij in 1871 in Onze Tijd twee stukken schreef: Het Beijersche woud en De middelbare scholen.