[Cornelis Schellinger]
Schellinger (Cornelis), geb. op Terschelling, was eerst pred. op Ameland, vervolgens te Winsum, Baard en Huins, waar hij overl. 18 Maart 1720. Hij breidde het Hooglied Salomons, naar de vertaling van den zeer vermaarden Heer Johan Coccejus in vaarzen, uit en dit werk verscheen met zijn dichtkundige uitbreiding van Mozes' lofzang, Deut. 32, te Franeker 1687.