[Lodewijk Frans Emanuel van Roo]
Roo (Lodewijk Frans Emanuel van), geb. te Dixmude, 27 Febr. 1785. Zijn vader die heelmeester was, stierf jong en zijne dood belette den zoon eene goede opvoeding te ontvangen; evenwel, daar de jongeling vol moed en leerzucht was, wist hij, dank aan zichzelven, zooveel kennis op te doen, dat hij reeds op 23-jarigen ouderdom bekwaam was om het ambt van secretaris zijner geboortestad te vervullen. Later, en wel onder de Fransche heerschappij, bekleedde hij nog verscheiden andere aanzienlijke posten, waaronder die van Syndicus der Zeemacht. Den 22 Nov. 1816 werd van Roo notaris en van toen af legde hij zich vooral toe op het beoefenen van kunsten en wetenschappen. Ook ter opbeuring van het tooneel was hij ijverig werkzaam. Toen 11 Nov. 1836 zijne beeltenis uit erkentelijkheid in de Rederijkerszaal werd ingehuldigd, hield hij eene aanspraak, doch plotseling zonk hij neêr, beroofd van spraak en kennis, en 24 uren later was hij niet meer.
Zijne werken zijn: Jaerboek der stad Dixmude, beginnende met het oogenblik van de verovering der Nederlanden door de Fransche troepen, in het jaer 1792, door eenen inboorling, Dixmude; Levensschets van G.A. Senave, vermaerd kunstschilder, geboortig van Loo, in West-Vlaenderen; Clementine en Desormes, tooneelwerk uit het Fransch vertaald in 1815.