[Jan van Rijswijck]
Rijswijck (Jan van), zoon van den dichter Jan Baptist, te Antwerpen geb. op 14 Febr. 1853, genoot zijn eerste onderricht ter kostschool van Melle en ging ter studie, eerst aan de Hoogeschool van Leuven en vervolgens aan de vrije Hoogeschool van Brussel, waar hij op 20 April 1876 zijn diploma van doctor in de rechten ontving. Hij vestigde zich als advocaat in zijne geboortestad, werd daar op 25 Oct. 1881 tot gemeenteraadslid en op 28 Oct. 1889 tot Schepene van onderwijs gekozen.
Van de talrijke redevoeringen, welke hij hield als rechtsgeleerde, Vlaming en Schepen, verschenen slechts afzonderlijk: Abraham Lincoln, voordracht, Antw. 1677; Washington, voordracht Antw. 1879; Cavour, voordracht, Antw. 1879; allen gehouden in het Willemfonds. In het Antwerpsch weekblad De Kleine Gazet, schreef hij van den aanvang van 1883 tot 2 Sept. 1888 de meeste hoofdartikels.