Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde


[Johannes Henricus Regenbogen] Regenbogen (Johannes Henricus), geb. 9 Sept. 1767 te Schuttorf in Bentheim, werd 16 Sept. 1785 stud. te Franeker, 1787 pred. te Jutrijp-en-Hommerts, twee jaar later pred. en rector te Stavoren, in 1799 tot dezelfde betrekkingen geroepen te Franeker, waar hij 3 Juni 1799 het professoraat in de kerkelijke gesch. en de uitlegkunde aanvaardde; wegens de opheffing der Friesche hoogesch., werd hij in 1812 te Leiden hoogl. in de alg. gesch. Hij overleed ald., 22 Febr. 1814. Als vrijzinnig godgeleerde - hij werd de eerste moderne prof. in Ned. genoemd - had hij veel bestrijders en nog veel meer lezers. Behalve zijne theol. verhandelingen bij Teyler, schr. hij art.
[pagina 642]
in: Verstrooide gedachten over versch. onderwerpen, 4 st., Franeker 1802-'6, waarvan het vierde van hem alleen is; Chr. godgeleerdheid naar de behoefte van dezen tijd, Workum 1811; en een bundel nagelaten Leerredenen, Dordr. 1814. Dit drietal zijner talrijke geschr. heeft eene algemeene belangstelling gaande gemaakt. (W. Eekhoff, De Levensloop van J.H.R., Leeuw. 1867.)