Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Petrus Rabus]Rabus (Petrus), een afstammeling van Vlaamsche uitgewekenen, geb. te Rotterdam 12 Dec. 1660, werd daar in 1679 notaris en zette zijne, wegens de rampen van 1672 gestoorde letteroefeningen voort onder Oudaan; bij besluit der Burgemeesteren van 16 Mei 1681, werd hij praeceptor aan de Erasm. school en was dit tot aan zijn' dood. Hij werd 19 Jan. 1702 in de Groote Kerk begraven. Over het door hem beleefde tijdvak van opgewekt wetenschappelijk leven te Rott., zie Dr. J.B. Kan, in Rotterd. Jaarboekje voor 1889, blz. 1, vv. Met zijn vriend D. v. Hoogstraten gaf hij: Rijmoefeningen, bestaande in verscheidene stijl en stoffe van vaerzen, gepast op allerhande gelegentheden en voorvallen, Amst. 1678. Hierop volgden: De kruisheld, of het leven van den Apostel Paulus, waarbij gevoegt is deszelfs Brieven aan de Galathers, nevens verscheyden Gedichten, Enkh. 1681, en Zegen- en Vloekdichten, Rott. 1694. Na zijn dood kwamen al zijn Gedichten in 't licht, Rott. 1741, waarin staat ook zijn heldendicht Verlost Brittanje, waarvoor Willem III hem een gouden gedenkpenning vereerde; vertalingen van Herodianus, de Samenspraken van D. Erasmus, de Kerkelijke Historie van Sulpicius Severus, enz. In 1686 voltooide hij zijn commentariën op de Metamorphosen van Ovidius, en in 1688 gaf hij uit: Griekse, Latijnse en Neerduitse vermakelijkheden der Taalkunde, bestaande in verscheide aanmerkingen over gewijde en ongewijde stoffe, Rott. 1688, herdr., Haarl. 1692; verder: De vrije staatsregeering van Denemarken, Rott. 1694; Historie der vermaarde mannen en vrouwen, ald. 1698. Zijn hoofdwerk was de Boekzaal van Europa, in 1692 begonnen, van 1701-'15, Tweemaandelijksche Uittreksels getiteld, en later tot in onze dagen in gewijzigden geest bekend gebleven als Boekzaal der geleerde wereld. Zijn tijdschr. gaf den overwerkzamen man veel arbeid en onaangenaamheden; zijne art. getuigen van veel oordeel en belezen- | |
[pagina 635]
| |
heid, zijne studiën daarvoor brachten hem tot het samenstellen van een soort van biogr. wdb., in kleine afl. verschenen sinds 1688 en in 2n (titel)druk bekend als: Het groote Naamboek, [Aagaardus - Adolf], Gouda 1703; Leven van Dirk Raphaelsz. Kamphuyzen, waarvoor gevoegt is het vaars van P. Rabus op Kamphuyzens Geestelijke Dichtkunde Rott. 1693. In de uitgave van de Gedichten van P.J. Beronicius (zie blz. 60), ten deele voor de Nederd. vertaalt, vindt men eenige bijvoegselen van 's mans leven, door P. Rabus, Rott. 1691, 2e dr., Hoorn 1692. Zijn geloof aan de wichelarij, zoo vreemd bij zulk een verlicht man, blijkt uit zijne Volledige Verantw. van Petrus Rabus en zijne Vrouw, tegen de Amsterd. en Haarl., niet gelovende de werking der wichelroeden. (Hoogstraten, Groot Wdb.) |
|