regeeringscolleges; hij overl. er, hooggeëerd, maar bijna blind, 26 Febr. 1887.
Als Haarlemmer stond hij onwrikbaar pal voor de aanspraken zijner geboortestad op de uitvinding van Coster; vandaar, dat hij eenige stukken schreef om te betoogen, dat deze de boekdrukkunst had uitgevonden, o.a.: Eenige regelen ter wederlegging van De Coster-legende van Dr. A. van der Linde, Haarl. 1872; Beknopt verhaal der uitvinding van de boekdrukkunst door Lourens Jansz., ald. 1876.