[Leendert Proes]
Proes (Leendert), geb. te Amst. 27 Sept. 1805, volgende eerst de lessen aan de Lat. school, verder van 1821-'24 aan het Athenaeum, daarna tot 1829 te Utrecht, waar hij als litt. cand. aangekomen was, en prom. er in de godgeleerdheid 27 Mei 1833; werd in hetzelfde jaar pred. te Doorn, in 1837 te Leeuwarden, waar hij zijn 50-jarigen dienst in die gem. herdacht, 13 Nov. 1887, den 1 Dec. van het volgend jaar zijn ambt nederlegde en in Mei 1889 zestig jaar gehuwd was met Agatha Maria Nagtglas.
Schr.: De Bergrede des Heeren, in hare toepassing op het Christelijk leven verklaard, Leeuw. 1856, een werk, dat zeer geroemd werd wegens zijne taalk. verdiensten; Tiental leerredenen, Arnh. 1862. Onderscheidene opst. in: Licht, Liefde, Leven; Chr. Album; Evang. Penningmagazijn; meer dan 1200 overdenkingen in Bijb. Dagschrift en Het Brood des levens. De Navorscher getuigt afdoende van zijne uitgestrekte nasporingen.
F.N.