[Hubert Kornelisz. Poot]
Poot (Hubert Kornelisz.), geb. 29 Januari 1689 te Abtswoude, waar zijne ouders eene boerderij bezaten en hij als eenige zoon bestemd was tot hun opvolger in hun bedrijf. Door het veel bezoeken van rederijkersbijeenkomsten en kermissen, verder door het lezen van goede dichters en den omgang met meer ontwikkelden, werd zijne neiging tot de letteren sterker dan zijn lust voor landbouw en veestapel. Meenende van zijne pen te kunnen leven, ging hij zich te Delft vestigen en geraakte er in voor hem nadeelig gezelschap, dat hij na een jaar verliet en huiswaarts keerde, vol berouw en blijkbaar ongeschikt geworden voor zijn oorspronkelijk bedrijf. Na in 1732 getrouwd te zijn, zette hij een tabakswinkel te Delft op, werd ziekelijk en overl. daar op oudejaarsdag van 1733.
Schr.: Mengel-dichten, Rott. 1716; Gedichten, Delft 1721; Gedichten, 2e dr., 3 dln., Delft 1726-'28; Ged., vervolg op derde en leste deel, met het Leven des Dichters, 2e dr., Delft 1747; Ged., 2 dln., Amst. 1795; Ged., 3 dln., Amst. 1780. Het Groot natuur- en zedekundigh Wereldtooneel, 3 folianten, te Delft van 1743-'50, en dus lang na zijn dood uitgegeven is geen oorspronkelijk werk van Poot, doch eene vertaalde compilatie van een ander, waarvan hij een gedeelte voor de pers bearbeidde; tot dezelfde soort van dienst aan uitgevers bewezen behoort de uitgave der Poëzy van A. Moonen, Delft 1720; Gedichten van J. Zeeus, ald. 1721 en die van J. Oudaan, ald. 1723.