[Herman Hendrik Peters]
Peters (Herman Hendrik), te Antwerpen geb. 31 Jan. 1839, ontving zijn onderwijs aan de middelbare school en het atheneum zijner geboortestad en wijdde zich aan de dagblad-literatuur; hij was achtereenvolgens aan L'Union Commerciale, het Journal d'Anvers, L'Escaut en L'Opinion van Antwerpen, en richtte in 1869 een bureel van algemeen nut in, waarvan hij de volksschrijver is. Sedert 1 April 1871 is hij ook Griffier der Handelskamer van Antwerpen.
Behalve eenige vertalingen, schreef hij, onder den naam Harry Peters: Indië, een blik in de geschiedenis van die landstreek, Antw. 1858; Een drama op zee, (De schipbreuk van den Constant.) Volksuitgave, Antw. 1859; De Verstrooiden, vervlaemscht kluchtspel in 1 bedryf, Antw. 1860; De Bloedwet, drama in 1 bedryf, Antw. 1861; Julia of Kunst en Liefde, vervlaemscht tooneelspel met zang in 3 bedryven, Antw. 1861; De Brandramp van Antwerpen, 1861; Het Kunstfeest te Antwerpen 17-20 Oogstmaend 1861, Antw. 1862; De Martelaers van 't stapelhuis Sint-Felix, Een blik in het doodenhuis, Antw. 1862; De Nachtspoken, Antw. 1862; Een Huwelyk voor 't Geld, Tooneelspel in 1 bedryf, Antw. 1862; Antwerpen overhoop, Politiek kluchtspel in 2 bedryven, Antw. 1862; De Dochter van den Hofnar, tweespraek naer Victor Hugo, Antw. 1862; De Nachtraaf, blijspel in 1 bedrijf, Antw. 1863; Rozen voor de Verkens, Antw. 1863; De zwarte Doctor, blijspel in 1 bedrijf, Antw. 1863; Kortbondige schets van de geschiedenis van Polen, Antw. 1863; Pleidooi tegen de Doodstraf, Antw. 1863; Een Man die gedronken heeft, Antw. 1863; De Schipbreuk der Jonge Josephina, Antw. 1864; Het Grauwvuur, Antw. 1865; Zaak Coucke en Goethals (bewijzen hunner onschuld), Antw. 1865; Colas, een gerechtelijk woord, Antw. 1866; Rechtbank der openbare meening (over de zaak Coucke en Goethals), Antw. 1866; Vier bladzijden uit het Rampenboek, Antw. 1867; De Bank der Betichten, Antw. 1886; De godsdienstige Legende, Arnhem 1887; Eerherstelling van Jan Coucke en Pieter Goethals, martelaars van het Gerecht den 16 November 1860 te Charleroi, Antw. 1889.