Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Mr. Andries Pels]Pels (Mr. Andries), geb. te Amsterdam, en adv. aldaar, behoorde tot den aanzienlijken koopmansstand en beoefende de dichtkunst, vooral die van het tooneel en wel in meer dan trouwe navolging in vorm en stof van het Fransch. Als medeoprichter van Nil volentibus arduum in 1660 en ijverig voorstander van de beginselen dier vereeniging, kwam hij in botsing met Antonides en de zijnen. Hij overl. 3 Juli 1681. Behalve bijdr. in het Eerste deel van Amsterd. Mengel-moes, 1658, (gelijk al zijne overige werken te Amst. verschenen), schr. hij: Didoos doot, trsp., 1668, 1701, 1728; Julfus, blsp., 1668, 1685, 1721; Horatius Dichtkunst op onze tijden en zeden toegepast, 1677, 1681, 1694, 1718; Gebruik en Misbruik des Tooneels, 1681; 2e dr. Vervolg op Horatius Dichtkunst, 1706; 3e dr. 1718; De Schilder door liefde, blsp., 1682, dus na zijn' dood verschenen; De verwaande Holl. Franschman, (voltooid door Nil), 1684; Minne-liederen en Mengelzangen, 1684; Mengelzangen, 2e dr., 1717; benevens kleine geschr. tegen de vijanden van Nil. Merkwaardig is zijn politiek tooneelstuk: Tieranny van Eigenbaat in het eiland van Willekeur, 1679, 1680, 1705, 1706 en 1728; vooral na de daarover uitgegevene studiën van Dr. A.J. Kronenberg, zie blz. 441 hiervoor. |
|