[Hippoliet Jan van Peene]
Peene (Hippoliet Jan van), geb. te Capryke (Oost-Vl.) 1 Jan. 1811, werd voor de studie in de geneeskunde bestemd en studeerde te Leuven aan de Hoogeschool, waar hij den 12 Aug. 1834 als doctor in de geneeskunde werd aangenomen. Toen vestigde hij zich als geneesheer in zijne geboortestad. Van jongsaf had hij eene bijzondere voorliefde voor den schouwburg en derhalve richtte hij te Gent een tooneelgezelschap op, De Goede Vrienden, met welks leden hij Fransche tooneelstukjes vertaalde en opvoerde. In 1840 stichtte hij, met anderen, het gezelschap Broedermin en Taalijver en zorgde voortdurend voor de stukken welke gespeeld werden. In Jan. 1841 schreef hij zijn eerste Vlaamsche tooneelstukje, dat ten voordeele der armen op het tooneel werd gebracht. Zij, die er de eerste rol in vervulde, was Virginie Miry, van Peene's echtgenoote. Na dien tijd schreef v.P. een groot aantal stukken, welke nog herhaaldelijk op de Nederlandsche schouwburgen vertoond worden. Hij overleed te Gent op 19 Febr. 1864.
Zijne vervlaamschte en oorspronkelijke werken zijn: Keizer Karel en de Berchemsche boer, blyspel met zang in 2 bedryven, Gent 1841; Everaerd en Suzanna, drama in 3 bedryven, Gent 1841; Jacob van Artevelde, drama in 5 bedryven, Gent 1841, 2e druk 1863; Roosje zonder doornen, drama in 6 tafereelen, Gent 1842; Van der Snick of de kapitein der Burgerwacht, kluchtspel in 1 bedryf, Gent 1842; Thyl Uilenspiegel, kluchtspel in 1 bedryf, Gent 1842; Klaes Kapoen, blyspel met zang in 2 bedryven, Gent 1843; Clotilde, drama in 5 bedryven, Gent 1843; Siska van Roosemael, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1844; De twee echtscheidingen, blyspel in 1 bedryf, Gent 1845; Het likteeken, drama in 3 bedryven en een voorspel, Antw. 1845; Een man te trouwen, blyspel met zang in 1 bedryf, Antw. 1845; Wit en zwart, blyspel met zang in 1 bedryf, Antw. 1845; De Vlaemsche Leeuw, nationael gezang, met muziek van Karel Miry, Gent 1845; De gek van 's-Gravenhage, drama in 5 bedryven, Gent 1846; Brigitta, zangspel in 3 bedryven, Gent 1847; Jan de Vierde, historisch drama in 5 bedryven, Gent 1848; Een domme vent, blyspel in 1 bedryf, Gent 1848; Adam en Eva, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1850; De Belgische Vryschutter, of de verbroedering, blyspel in 1 bedryf, Gent 1850; Willem van Dampierre, drama in 5 bedryven, Gent 1850; De profeet, groot kluchtig zangspel in 5 bedryven en 8 tafereelen, Woorden van geen Scribe, zonder muzyk van Meyerbeer, Gent 1851; Fortunatus' beurze, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1851; Katarina, drama in 5 bedryven, Gent 1851; De Slotmaker van Wynegem, drama met zang in 3 bedryven, Bruss. 1852; De Violier, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1853; De Weerwolf, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1853; De Dragonder van Latour, gelegenheidstafereel, Gent 1853; 99 beesten en éénen Boer, vervlaamscht kluchtspel met zang in 1 bedryf, Gent 1854; Twee Hanen en eene Henne, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1854; Tamboer Janssens, blyspel met zang in 2 bedryven, Gent 1854; De zoon van den gehangene, tooneelspel in 1 bedryf, Gent 1854; De wandelaer der Joden, groote parodie in 5 bedryven en 10 tafereelen, Gent 1854; Het portret, blyspel in 1 bedryf en in verzen, Antw. 1855; Vader Cats, blyspel met zang in 1 bedryf, Gent 1855;