[Gerrit Outhuijs]
Outhuijs (Gerrit), geb. te 's-Gravenhage 20 Augustus 1773, kwam 15 Juli 1791 in het Staten-Collegie te Leiden, werd 1797 predikant te Ooster- en Westerblokker, in 1800 te Heiloo, in 1802 te Bommel op Overflakkee, in 1812 te Minnersga, waar hij tot aan zijn dood werkzaam bleef, 30 Januari 1835.
Hij beoefende de poëzie blijkens zijn Jeugdige gedichten, Franeker 1820; Kleine dichtstukjes bij en na de goddelijke verlossing van ons dierbaar vaderland in 1813, Fran. 1821; dichtstukjes in de Kleine Dichterlijke Handschriften van Uijlenbroek. Als stud. vergezelde hij Bilderdijk een eindweegs, toen deze in Maart 1795 het land moest verlaten; later onderhielden zij die vriendschapsbetrekkingen, zooals uit de Brieven van den dichter blijkt.