[Jacobus Nyloë]
Nyloë (Jacobus), gedoopt 1670 te Deventer, waar zijn vader Clemens med. dr. was, werd 20 Aug. 1696 als prop. beroepen tot pred. te Assen. Zijne zwakke gezondheid, gedeeltelijk een gevolg zijner werkzaamheid, noodzaakte hem in 1702 den dienst te laten waarnemen en in 1709 zijn emeritaat te vragen, dat hem met een pensioen van 250 gld. verleend werd. Hij vestigde zich te Gron., waar zijne moeder woonde, overl. er 21 Aug. 1714 en is naast haar in de Noorderkerk begraven.
Voor een paar zijner zes stichtelijke geschriften plaatste hij dichtstukjes van zijne hand; zijne grootere letterk. en steeds gewaardeerde verdienste bestaat in zijne Aanleiding tot de Nederduitsche taal. De eerste druk is zonder naam uitgegeven; de volgende hebben op den titel: Nu vermeerdert met een vervolg; 2e dr., Leeuw. 1711; 3e, Amst. 1723; 4e, ald. 1746; 5e, met een voorbericht van David van Hoogstraten, ald. 1751.