[Noydekijn]
Noydekijn vervaardigde, volgens Maerlant, in het midden van de 13de eeuw met Calfstaf eene verdienstelijke vertaling van Aesopische fabels. Daarom heeft men het recht, aan hem eenen bundel van 67 fabels toe te schrijven, die ons onder den naam ‘Esopet’ bewaard is gebleven en die vertaald is naar den Latijnschen fabelbundel van Romulus (uitg. door Dr. J. te Winkel, Gron. 1881). Zes gedichtjes van zekeren Noydekin of Noyden zijn er bovendien over, doch zij dagteekenen uit de 14de eeuw en moeten dus van een anderen, overigens onbekenden, Noydekijn zijn.
J.T.W.