Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde


[Johan Nieuhof] Nieuhof (Johan) of Nijhof, geb. 22 Juli 1618 te Uelzen in Bentheim, waar zijn vader burgemeester was, kwam omstreeks 1638 in dienst van de W.I. Compagnie en ging als koopman naar Brazilië. Teruggekeerd, ging hij over in den dienst der O.I.C., reisde naar Batavia; en werd vandaar in 't gevolg van de daarheen gaande gezanten door Maetsuycker in 1655 naar China gezonden. In 1657 kwam hij in Nederland terug, ging het jaar daarna nogmaals naar O.-Indië, waar hij een groot deel van den Archipel bereisde, en er tot 1670 bleef, waarop hij weder naar Amst. kwam. In 1671 reisde hij nog eens naar Indië; op Madagascar geland om met de inboorlingen handelsbetrekkingen aan te knoopen, werd hij 8 October 1672 door hen vermoord. Hij schreef: Braziliaensche Zee- en Landreize, Amst. 1682, met kaart; Oost- en West-Indische Zee- en Landreize, Amst.
[pagina 548]
1682, met kaart; Beschryving van 't Gezantschap der Oost-Indische Compagnie aan den grooten Tartarischen Chan, nu Keyzer van China, Amst. 1670. Hij vervaardigde ook enkele gedichten waarvan er een in zijn Oost- en West-Indische reis is opgenomen. De kaarten voor zijne en eenige andere werden door hem geteekend. Zijn broeder bezorgde de uitgave zijner reisverhalen, zoowel tijdens het leven, als na den dood van den auteur. (Van Vloten, Ned. Prozaschr., 17e eeuw,)