[Johannes Leonardus Nierstrasz Jr.]
Nierstrasz Jr. (Johannes Leonardus), geb. te Rotterdam 4 Maart 1796. Hij wijdde zich aan den handel, doch beoefende daarbij de dichtkunst, waartoe hij door Immerzeel werd opgeleid; later in betrekking gekomen met Feith en Tollens, vormde hij zich naar deze. Hij overl. te Alphen 2 Aug. 1828. Het beruchte Nieskruid, een naamloos boekske, aan Wap toegeschreven, Amst. 1828, heeft zijne dagen verbitterd, zoo niet verkort. Tollens schreef op hem het bekende grafschrift.
Hij schreef: Opwekking aan mijne landgenooten in November 1813, 's-Hage 1813; Wapenkreet, 's-Hage 1815; Zegezang op den slag van Blaumont, 's-Hage 1815; De overwinning bij Algiers, 's-Hage 1816; De verlosser en andere gedichten, 's-Hage 1820; De Nederlandsche nijverheid (bekroond), Gent 1820; Dithyrambe op Petrus Paulus Rubens (bekroond) Leeuw. 1822; Aan Mr. Izaak da Costa, Rott. 1825; Frans Naerebout, Leeuw. 1826; Gedichten, Leeuw. 1827. Verder tal van verspreide gedichten in jaarboekjes, almanakken en tijdschriften.