[Mr. Mattheus Brouërius van Nidek]
Nidek (Mr. Mattheus Brouërius van), geb. 7 Dec. 1677 te Amst., waar zijn vader, uit Meppel afkomstig, koopman was. Hij verkeerde in zijne jeugd eenigen tijd bij aanzienlijke verwanten in Gron., begon zijne studiën te Leiden, 22 Maart 1700, en prom. daar. Zijne diss. De jure ac ritu Nuptiarum is aldaar uitgegeven in 1702; die De Veterum ac recentiorum Adorationibus, te Amst. 1713, is nog opgenomen in den Thesaurus van Polenus, dl. 2, Venetie, 1737. Hij was een vermogend en letterlievend man, die te Amst. wonende zich bezig hield met het bijeenbrengen van een kostbaren atlas, in 1743 en nog eens in 1861 verkocht, met het uitgeven van dichtwerken, als van Th. Arents, P. Verhoek en Jeremias de Decker, het maken van korter of langer tekst bij plaatwerken, het volbrengen en uitgeven van onvoltooid nagelaten werken, en het schrijven in proza en poëzij, zooveel zijne gebrekkige gezondheid dit toeliet. Zijn klein buitenverbijf aan het eind van den Haarlemmerhout heette Uit den Bosch, en is nog als zijne ‘aenlokkende uitspanning’ aan te wijzen. Hij overl. niet te Amst. of onder Haarlem; vermoedelijk vóór den vermelden verkoop zijner verzameling.
Schr. enkele blz. ter opheldering der plaatwerken; Het zegepr. Kennemerlant, 1719; Het verheerlijkt Watergraafs- en Diemermeer, 1725; Gelderlands en Utr. luister afgebeelt en beschr. in de heerl. Middachten, Zeist, Zuilestein en Heemstede; - verkeerdelijk wordt hierbij ook De zegepr. Vecht gerekend. Zijne zederijke zinnebeelden der Tonge, ‘door Schijnvoets etsnaaldt konstigh voorgedraaghen’ verschenen te Amst. in 1716, en zijn aldaar in 1764 en opnieuw in 1786 vermeerderd herdrukt. In navolging van Matthaeus en Dumbar gaf hij een viertal oude kronieken uit als Analecta medii aevi, Amst. en Midd. 1725. Hij hielp David van Hoogstraten aan dl. 1 en 2 van zijn Groot Hist. Wdb., en schr. daarin zijne genealogie, dl. 2, blz. 403, gaf het Tooneel van Halma uit na bewerking der onafgedane letters W tot Z, en maakte goede beschrijvingen voor het Kabinet van Ned. en Kleefsche Oudheden door A. Rademaker, dl. 1 en dl. 2 tot blz. 135, toen hij verplicht was door ziekelijkheid, die taak over te laten aan Is. le Long. In het voorwerk van dit eerste deel vindt men de opgave van zijn', ook onge-