[Gerard Johan Nahuys]
Nahuys (Gerard Johan), geb. 1 Febr. 1738 te Utrecht, stud. daar sinds 1760 voor het predikambt, prom. er in de theologie, was er lid van Dulcis en werd in 1762 prop.; in 1762 aanvaardde hij het predikambt te Ede op de Veluwe, 1764 te Oud-Beierland, 1765 te Middelburg, 1770 te Rott., vanwaar hij in 1778 naar Amst. beroepen werd. In 1781 werd hij prof. te Leiden, doch overleed vijf maanden later, 30 April 1781.
Behalve uitvoerige theol. werken en een aantal leerr., schr. hij: Over de onstoffelijkheid der ziel en de onsterfelijkheid der ziel, en Over de verbetering der schoolen, beide in de Verh. van het Zeeuwsch Gen., dl. 1 en 8; De bedroefden wegens het verlies hunner kinderen door de kinderziekte tot onderwerping aangespoord, (eene aanbeveling der inenting) in twee leerr., Rott. 1778; Inwijdingsrede-Rede over de nadeelen van een verfijnd heidendom onder de christenen van onzen tijd inkruipende, Leid. 1781.