Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend[Frederik Nagtglas]Nagtglas (Frederik), geb. te Utrecht 7 Nov. 1821, was van 1838-1843 in vrijwilligen militairen dienst, studeerde daarna aan de Delftsche academie, was van 1845 tot 1852 ijker te Zierikzee, verder tot aan zijnen ambtelijken rusttijd in 1875 te Middelburg. Door deze 30-jarige betrekking kende hij alle plaatsen in Zeeland en personen van alle standen, zoodat hij ongemerkt tot historische en topogr. nasporingen aangaande dit gewest gebracht werd en zijne kennis daarvan bleef uitbreiden en door zijne geschriften mededeelen. Als ijverig deelnemer in de openbare aangelegenheden, lid van den kerkeraad en het stadsbestuur te Middelburg, van 't Zeeuwsch Gen., waarvan hij van 1862-1884 bibliothecaris was, van het Nut en andere instellingen of commissiën voor gedenkdagen aan belangrijke gebeurtenissen of personen, heeft hij steeds allen ijver betoond, waarvan inzonderheid de letterkundige en kunstverzamelingen van 't Zeeuwsch Gen. getuigen. Sedert 1884 in zijne geboorteplaats gevestigd, woont hij des zomers te Domburg, en verzamelt ook daar voor zijne Zelandia erudita. Hij schreef: De algemeene kerkeraad der Nederd. Herv. gemeente te Middelburg van 1574-1860, Middelb. 1860; De laatste maanden der Fransche heerschappij in Walcheren (Nov. 1813-Mei 1814), Middelb. | |
[pagina 539]
| |
1864; Iets over volksvermaken. Bekroond door 't Nut, Amst. 1866; Gesch. van het Dep. Middelburg der Mij. tot Nut, van 1793-1866, Middelb. 1867; J.J. de Kanter geschetst, 1870; Een praatje over titels, voornamelijk in brieven. (Uitgeg. door 't Nut), Amst. 1870; Een blik in de toekomst, psd. Willebrord, 1871; Middelburg en omstreken geschetst, Middelb. 1872, 3e dr., 1885; Job Baster, M.D., een geleerde Zeeuw, 100 j. na zijn sterven herdacht, Middelb. 1876; Domburg, Middelb. 1832; Onze voorouders, Middelb. 1883; Uit het Zeeuwsche volksleven, Middelb. 1884; Vóór honderd jaren, Utr. 1886; Met Mr. M.F. Lantsheer, zie blz. 455, bewerkte hij gedeeltelijk en voltooide na diens overlijden: Zelandia Illustrata, Midd. 1866-'85. In bewerking en deels verschenen is: Levensberichten van Zeeuwen, Middelb. 1887. Verder gaf hij tal van geschied- en letterkundige opstellen in de Vaderlandsche Letteroefeningen, het Leeskabinet, Europa, Zeeuwsch Jaarboekje, Middelb. naamwijzer, De Gids, Bijdragen voor gesch. en oudheidk. van Zeeland. Sloet's tijdschrift voor Staathuishoudkunde enz., De Navorscher (onderteekend) φ2-φ) Eigen Haard, Middelb. Crt., Nieuws van den Dag, Kunstbode, enz. |
|