[Frans Gregoor Karel de Meyer]
Meyer (Frans Gregoor Karel de), geb. te Antwerpen 29 April 1793, ging in 1808 te Turnhout op de Latijnsche school en legde zich in 1814 toe op de wijsbegeerte en godgeleerdheid aan het Seminarie te Mechelen. Op 30 Mei 1817 werd hij te Brussel tot priester gewijd; 24 Juni des zelfden jaars werd hij benoemd tot onderpastoor en 30 Juni 1824 tot pastoor van Berendrecht, in welke gemeente hij stierf 9 Juli 1851.
Van hem verscheen: Beschryving van het dorp Berendrecht, door wylen den zeer eerw. Heer F.G.C. de Meyer, pastoor dier parochie; in 't licht gegeven door zynen opvolger Max Moreels, priester, Antw. 1856. Ook liet hij nog in handschrift: Aanmerkingen op de benaming der plaatsen in Nederland en hunnen oorsprong; - Bijzondere aanmerking over de talen, voor zooveel die betrekkelijk zijn tot onze Nederduitsche taal; Aanmerkingen over eenige woorden, hunnen oorsprong en beteekenissen; - Dichtstuk over de Vier Uitersten van den mensch; - Nederlandsche en Fransche raadsels, enz.