Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde
(1888-1891)–F. Jos. van den Branden, J.G. Frederiks– Auteursrecht onbekend
[pagina 503]
| |
Gheluwelt, bij Ieperen geb. 27 Febr. 1824, werd in 1853 prof. te Brugge, in 1875 pastoor te Woumen bij Dixmude en in 1886 pastoor te Moersele. Hij schreef: Over eenige voordeelen onzer moedertale in de eerste ontwikkeling en hoogere beschaving des geestes, Brugge 1861, welk stuk hij op het taalcongres te 's Bosch in 1860 uitsprak, doch dat hij ook afzonderlijk uitgaf. Twee andere redevoeringen, welke hij in de Gilde van St. Luitgaarde te Brugge in 1874 en 1876 hield, werden in de handelingen van deze gilde gedrukt en zijn getiteld: Over de rechten van het West Vlaamsch in de algemeene Nederduitsche taal, en Over de eenheid van uitspraak in de Vlaamsche taal. Hij schreef ook een aantal bijdragen over natuur-, geschied- en taalkunde in het tijdschrift Rond den Heerd. |
|