[Frans Jan Matthijssens]
Matthijssens (Frans Jan), geb. te Antwerpen op 22 Dec. 1811, aldaar overl. op 19 Mei 1870. Nog jong begon hij zijne studiën aan het Atheneum zijner geboortestad en vervolgde die te Turnhout. Op 2 Oct. 1831 werd hij candidaat in de wetenschappen en ging toen in de geneeskunde studeeren aan de Hoogeschool van Parijs. Het jaar nadien kwam hij naar Gent, waar hij zijn diploma verwierf als geneesheer. Toen vestigde hij zich voor goed in zijne geboortestad. Hij bracht veel bij tot het oprichten van het Hooger Handelsgesticht van Antwerpen, waaraan hij in 1853 tot leeraar in de geschiedenis der handelsproducten werd benoemd. Van 1848 tot 1857 en van 1864 tot zijn dood was hij lid van den Antwerpschen Gemeenteraad, in welke betrekking hij immer de belangen voorstond der moedertaal en van het Nederlandsch tooneel, waarom hij reeds in 1860 benoemd werd tot lid der Provinciale tooneelcommissie.
Zijne werken in Nederlandsche taal zijn: Natuerkundige lessen, Antw. 1847; Grondbeginsels van werkdadige meetkunst, landmeting, waterpasmeting, opmaking en teekenen van plannen, Antw. 1850; Levensleer en ontleedkunde van het menschenlichaem, Antw. 1852; Natuerkundige lessen en Beschryving van den Barnkrachtigen Telegraef, Antw. 1855.