[Bartholomeus Theodorus Lublink Weddik]
Lublink Weddik (Bartholomeus Theodorus), dochterszoon van den vorigen, geb. 18 Sept. 1791 te Amst., werd eerst voor den handel opgeleid, en verkeerde drie jaar in Noorwegen, vanwaar zijn geslacht afkomstig was; hij verloor spoedig zijne ouders, verlangde voor den predikdienst opgeleid te worden, werd in 1820; als stud. aan het Ev. Luth. sem. ingeschreven, volgde ook de lessen aan het Athen. en verwierf zijne bevoegdheid tot het leeraarsambt in 1826. Kort daarop werd hij hulpprediker te Utr., in 1829 pred. te Purmerend, drie jaar later te Rott. en was van 1836 tot '62 te Amst., toen hij wegens ziekelijkheid zijn ambt moest neerleggen. Hij vertrok naar Utr. en overl. daar 7 Nov. 1862.
Behalve bijdr. in tijdschr. en jaarb., vertalingen, godgel. werken en leerr. gaf hij: Gedichten en verhalen, Amst. 1831, herhaalde malen herdrukt, in 1852 onder den titel van: Oudoom Jakob's Gedichten- en Beeldenboek. Van 1833-'40 verscheen Pandora, Lektuur voor den beschaafden stand, 9 st., welke veel gelezen zijn, evenals: Gedachten en beelden, Amst. 1834; Gesprekken in Sokratischen vorm, Amst. 1835; Het leven en bedrijf van Dr. M. Luther, 2 dln., Amst. 1838-'39; Bloemlezing uit de geschriften van Dr. M. Luther, 2 dln., 1840-'41. Met O.G. Heldring: Waarheid en gevoel in het leven, briefwisseling tusschen Orach, oom Jacob en pachter Gerhard, Amst. 1837; Proeve over den invloed des Christendoms op de poëzy. (Werken der Holl. Mij.), 1843; Het Brood. Volksboekje, door een vriend der armen, Amst. 1847; De Binnenkamer van een kruidenier, Amst. 1852, dikwijls herdrukt; Tafereelen, Gedichten en Beelden. Impressions de voyage, verzameld langs den Rijn en in Zwitserland, Amst. 1854; Open brief aan den Paus te Rome, Amst. 1854; Berijmde Nieuwejaars-kransjes, Amst. 1854; Nieuwjaarscourantje, voor rijk en arm, oud en jong, Amst. 1855; Brief van Oudoom Jacob aan zijne stad- en landgenooten over den watersnood in 1855, Amst. 1855; Oudoom Jacobs blaauw zakboekje, Amst. 1856; Gedachten-mozaiek. Menschen en levensbeschouwingen, Amst. 1858; Asters (gedichten), Amst. 1861; Herfstloover (gedichten), Amst. 1862, de letterk. nalatenschap aan zijne vrienden, en daartoe door hem in zijne laatste levensdagen voor de uitgave gereed gemaakt.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1863.)