[Rosalie Loveling]
Loveling (Rosalie), op 19 Maart 1834 geb. te Nevele (Oost-Vl.), waar zij 4 Mei 1875 overleed.
Sinds jaren leverde zij dichterlijke bijdragen in de jaarboekjes van Gent en andere tijdschriften. Zij vertaalde: Trina, eene vertelling naar het Platduitsch van Klaus Groth, Antw. 1864, en in het Nederlandsch Museum van 1874 leverde zij eene oorspronkelijke novelle getiteld: Meester Huyghe. Een bundeltje harer poëzie zag het licht onder den titel: Gedichten van Rosalie en Virginie Loveling, Gron. 1870. Prozastukjes van haar verschenen met voorwoord van Dr. J.F.J. Heremans, onder den titel: Novellen van Rosalie en Virginie Loveling, Gent 1874. Deze bundel bevat twaalf verhalen. De vijf van Rosalie zijn getiteld: Jan-Oom en Belle Trezeken; De baan der kunst; Serafine; Broeder en zuster, en Meester Huyghe. Op naam der beide zusters verscheen nog: Nieuwe Novellen van Rosalie en Virginie Loveling, Gent 1876. (Deze bundel bevat van Rosalie de novellen: Mijnheer Daman en zijne erfgenamen; Juffrouw Leocadie Stevens, en Po en Paoletto); Polydoor en Theodoor, en andere novellen en schetsen, Gent 1882; Novellen, 2e druk, Gent 1886.