[Pieter Louwerse]
Louwerse (Pieter), geb. 23 Jan. 1840 te Oost-Souburg, werd aldaar voor het onderwijs opgeleid en was daarin van 1858 werkzaam te Dirksland, Hazerswoude en Den Haag, totdat hij wegens doofheid daar zijn betrekking nederlegde.
Als onderhoudend schrijver en talentvol dichter, bijzonder voor de jeugd, gaf zijne vruchtbare werkzaamheid: Lachen en leeren, Schoonh. 1869; Het goed te midden van veel kwaads, Leid. 1870; Vlissingen in 1572, Alfen 1871; De oude Veenschipper, Schoonh. 1872; Bont gras en Wilde roosjes, versjes voor kinderen, Schoonh. 1872; De schippersjongen, Alfen 1872; Overwintering op Nova-Zembla, Leid. 1873; Uit rein gemoed, en wij doen ook meê, hoor! Meiliedjes, Alfen 1874. Verder bijdragen in proza en poëzie, in maandschriften en jaarboekjes.
(Nagtglas, Levensberichten.)