Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche letterkunde

[Mark Prager Lindo]

Lindo (Mark Prager), geb. te Londen 19 Sept. 1819, kwam op 19-jarigen leeftijd als Eng. onderwijzer bij den rijksontvanger Van Woelderen te Velp, die tevens jongelieden ter opleiding in huis had, vestigde zich te Arnhem, waar zijne ongewone gaven hem reeds 5 Juli 1842 in staat stelden het, voor een vreemdeling althans, zelfs bij de meeste welwillendheid, moeilijke examen voor den tweeden rang af te leggen. In dat jaar werd hij leeraar aan het gymn. te Arnhem, bleef immer voortarbeiden als schrijver en in eigen letteroefeningen, totdat hij 25 Juni 1853 in staat was te Utr. een specimen te verdedigen, waarop hem bij senaatsbesluit van 20 Febr. 1854 de doctorstitel h.c. werd verleend, dien hij 6 Maart 1854 ontvangen heeft. Reeds in Juli 1853 was hij leeraar geworden aan de Kon. Milit. Academie; in 1856 werd hij inspecteur L.O. in Zuid-Holland en overl. in Den Haag 9 Maart 1877. Hij was een geestig schrijver, een begaafd man in veel zaken, met verhevene hoedanigheden van hart en karakter.

In 1844 begon hij zijne letterk. loopbaan, en schr. aanvankelijk stukjes in verzamelwerken; in 1851 verscheen hij als de Oude heer Smits in de Arnh. Courant, onder welk psd. hij in 1856 te Breda den te Arnh. uitgegeven Nederl. Spectator stichtte, door hem met zijn vriend Lodewijk Mulder (z.a.) geredigeerd tot 1860, toen dit tijdschrift, met De Konst- en Letterbode en De Tijdstroom vereenigd, sedert in Den Haag werd uitgegeven. Zijn beste schetsen, later afz. verschenen, zijn meest alle eerst in de Arnh. Crt. of in den Spectator opgenomen. Daartoe behooren: Brieven en Uitboezemingen, Arnh. 1853, met drie Vervolgen 1859, '62 en '65, vaak herdrukt; Schetsen in en om Parijs, Arnh. 1853; Afdrukken van Indrukken, met tal van hout- en andere sneden, Arnh. 1854; Nieuwjaarswensch aan zijne vrienden, Arnh. 1854; Familie van ons, Arnh. 1855; Bekentenissen eener jonge dame, 1857. herdr. als Brieven van Clementine, Arnh. 1858; Eventjes over de grenzen, Arnh. 1863; Uittreksels uit het dagboek van wijlen den heer Janus Snor, Arnh. 1865; Typen, Leid. 1871; Kompleete werken, 5 dln., Haag 1877-'79, 5e dr. 5 dln., Schiedam 1889. Onder eigen naam gaf hij, behalve Eng. leer- en leesb., een schoolboek voor Aardr. - een zijner gelukkig beoefende studievakken, - De opkomst en ontwikkeling van het Eng. volk, 2 dln., Amst. 1868-'74; tusschen 1850 en '74 voortreffelijke vert. van Eng. romans

[p. 472]

en drama's, waaronder Sir Walter Scott en Thackeray compl., Tristram Shandy en Tom Jones; zijne eigene uitg. van Macbeth, Arnh. 1853, 2e dr. 1867; opmerkelijk zijn zijne vert. van Ned. gedichten in Fraser's Magazine; een aantal bijdr., intijdschr. en jaarb. verspreid.

(Lod. Mulder, vóór de Werken van den Ouden heer Smits.)