[Alexander Lodewijk Lesturgeon]
Lesturgeon (Alexander Lodewijk), geb. te Venlo 16 Oct. 1815, kreeg zijn eerste onderwijs te Koevorden, waarheen zijn vader als genie-officier verplaatst werd, werd leerling van Van Wijk Roelandsz. te Kampen, student te Deventer, later te Gron. tot 1840. In 1844 werd hij pred. te Oosterhesselen, tien jaar later te Vledder en in 1864 te Zweeloo, waar hij overl. 18 Juni 1878.
Hij schreef, meest anoniem: Aan den koning, 24 Aug. 1838, Koev. 1838; Melancholy. Een gedicht, Gron. 1838; Feestgroet ter huldiging van Neêrlands tweeden koning, Zwartsluis 1840; Drenthe in vluchtige omtrekken geschetst, 2 dln., Koev. 1842; Een Drentsch gemeente-assessor met zijn twee neven op reis naar Amsterdam, 2 dln., Gron. 1843; Jezus geboorte. Een kerstgedicht, Zwartsl. 1843; Verstrooilingen, Poëzy, Dev. 1844; De naam van Jezus Christus in beeldwerk, met verkl. tekst in poëzy, Koev. 1848; Gedichten, Gron. 1854; Koevordens verlossing in 1814, Koev. 1864; Bloemlezing uit de gedichten van Johannes Vollenhove, met eene levensschets van den dichter, Schied. 1866; 1567-1867. Menso Alting, de eerste hervormingsprediker in Drenthe, na 300 jaren herdacht, Koev. 1867; Meindert van der Thijnen. Dram. schets, Koev. 1872; Feestrede te Koevorden uitgesproken bij 't 2de eeuwfeest van 't ontzet dier stad in 1672. Met hist. aant., Assen 1872; Levensbericht van Dr. R. Bennink Janssonius, Leid. 1873. Verder bijdr. in tijdschr. en jaarb., eenige godgel. werken en vertal. en met zijne academievrienden: Dichterlijk Mengelwerk, Gron. 1836; Wel en wee. Zangen der liefde, Koev. 1838; Rietscheutgalmen, dichtbundeltje, Winsch. 1838; Lief en leed. Zangen der liefde, Gron. 1853.
(Hand. Mij. Ned. Lett., 1879.)